A.H. (Herman) Gouwe

Kunstschilder Adriaan Herman Gouwe is geboren te Alkmaar op 8 mei 1875. Hij is overleden te Papeete (Tahiti) op 28 december 1965. Herman Gouwe was naast kunstschilder ook etser, tekenaar en aquarellist. Hij behoort tot de Nederlandse luministen.

Achtergrond Herman Gouwe

Herman Gouwe begon zijn opleiding bij de Alkmaarse decoratieschilder Luitenet. Daarna volgde hij een opleiding aan de Rijksschool voor Kunstnijverheid en de Rijksakademie van beeldende kunsten te Amsterdam. Op de Rijksschool kreeg Herman les van August Allebé (1838-1927), Georg Sturm (1855-1923) en Nicolaas van der Waay (1855-1936).

Tot 1901 woont en werkt Herman Gouwe in Amsterdam. Hij is daar lid van kunstenaarsvereniging Arti et Amicitiae (Arti, Amsterdam). Dankzij een erfenis van zijn overleden vader en de in 1901 gewonnen Prix de Rome kan Herman op studiereis. Vanaf 1901 tot 1903 maakt hij een studiereis naar Italië. Vervolgens vestigt Herman zich tot en met 1905 in Den Haag. Na 1905 woont en werkt Herman Gouwe tot 1910 in Gulpen, een dorp nabij Maastricht. Op de Rijksakademie had hij de Maastrichtse kunstschilder Rob Graafland (1875-1940) ontmoet, die zijn vriend werd. Rob Graafland haalde Herman over om naar Zuid-Limburg te komen.

In 1910 wordt door Herman Gouwe samen met de ‘bende van de Suisse’ het kunstenaarscollectief de Limburgse Kunstkring opgericht. De bende van de Suisse waren kunstenaars die elkaar ontmoeten in het toenmalige Hotel-Café Suisse op het Vrijthof te Maastricht. De groep bestond onder andere uit: Guillaume Eberhard (1879-1949), Rob Graafland (1875-1940), Henri Jonas (1878-1944) en Jos Narinx (1889-1943).

Van Haagse School naar Luminisme

Aanvankelijk schilderde Herman Gouwe in de traditionele stijl van de Haagse School. Rond 1910 raakt hij geïnspireerd door het luminisme. Jan Sluijters (1881-1957), Leo Gestel (1881-1941), Jan Toorop (1858-1929), Ferdinand Hart Nibbrig (1866-1915) en Piet Mondriaan (1872-1944) geven het voorbeeld. Luminisme legt de nadruk op sterke lichteffecten door een optische mengeling van kleuren. Het heeft daardoor veel overeenkomsten met het pointillisme. Het werk van Herman kreeg daardoor meer zonlicht en kleur.

In 1910 verhuist Herman Gouwe naar Blaricum, waar hij tot in 1912 blijft wonen. Vanaf 1912 tot 1915 maakte Herman Gouwe studiereizen naar Frankrijk, Italië en Spanje. In 1915 verblijft Herman tijdelijk in Marokko. Daarna keert hij tot 1916 weer terug in Blaricum. Vanaf 1916 tot 1917 vestigt Herman Gouwe zich opnieuw in Zuid-Limburg in het dorp Gulpen. Vervolgens vertrekt Herman in 1918 naar het dorp Laren (Noord-Holland), waar hij tot in 1921 woont. In de herfst van 1920 maakte Herman, samen met Henri Jonas, nog een reis van enkele maanden naar Tanger. Tot 1925 woont hij in Eemnes en in 1923 komt zijn leraar George Sturm te overlijden. In 1925 woont Herman tijdelijk in het Belgische dorp Eben-Emael, maar al snel vestigt hij zich tot 1927 in Maastricht.

Het keerpunt in zijn leven

Kunstcritici en kunstverzamelaars ontdekken vanaf 1909 het vernieuwende werk van Herman Gouwe. Zijn Zuid-Limburgse landschappen en ploegende paarden werden op zijn eerste tentoonstelling bij St Lucas goed verkocht. De kunstmecenas P.A. Regnault (1868-1954) – een rijke verffabrikant – noemt hem zelfs de nieuwe Vincent van Gogh. Regnault wordt zijn belangrijkste opdrachtgever en schenkt in 1953 zijn schilderijen aan het Stedelijk Museum in Amsterdam.

In de loop der jaren wordt de grote vraag naar schilderijen met ploegende paarden hem te veel. Herman voelt zich een gevangene van de commercie en zijn eigen succes. In de zomer van 1927 vertrekt hij voor vakantie naar Frankrijk. In een lokale Franse krant leest Herman een artikel over Tahiti en besluit daarheen te vertrekken. Zonder eerst terug te gaan naar Nederland neemt Herman Gouwe een boot naar Tahiti. Hij arriveert daar op 14 december 1927. Vervolgens vestigt Herman zich in Raiatea en keert de kunsthandel voorgoed de rug toe. In 1940, 1951, 1956 exposeert hij nog in Papeete. Zijn luministisch palet groeit in Tahiti uit tot een heldere en expressieve kleurenharmonie.

In 1959 komt Herman Gouwe nog een keer terug naar Nederland, vergezeld van een aantal kratten met schilderijen. Deze worden ten toon gesteld in Maastricht en het Stedelijk Museum te Amsterdam. Na enige maanden keert hij terug naar Tahiti en komt daar in 1965 te overlijden.

Onderwerpen

Herman Gouwe schilderde genrevoorstellingen, landschapen, portretten, stillevens, diervoorstellingen, marines, kerkinterieurs, stadsgezichten, religieuze voorstellingen, Limburgse akkers met boeren en ploegende paarden. Zijn financiële situatie dwingt hem om ook opdrachten aan te nemen voor portretten, zonsondergangen en Tahitiaanse vrouwen.

Het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Frans Hals Museum te Haarlem hebben werk van Herman Gouwe in hun collectie. Daarnaast hebben ook het Centraal Museum in Utrecht en het Drents Museum te Assen schilderijen van hem.